Altijd moe!
“Hoe kan ik omgaan met vermoeidheid en beperkingen in energie?”. Het is mijn hulpvraag voor als ik morgen een intakegesprek heb voor coaching bij mijn re-integratie. Het is tevens mijn grootste struikelblok op dit moment. De talloze opvliegers elke dag, mijn oedeemarm, het slechte slapen, daar heb ik redelijk een weg in gevonden. Maar het omgaan met beperkte energie, dat vind ik zo moeilijk! Het altijd maar moe zijn.
Mijn hoofd en mijn lichaam zitten totaal niet op één lijn. Tegen beter weten in beslis ik soms met mijn hoofd dat ik iets ga doen. Ik vind dan dat ik iets gewoon (weer) moet kunnen. Om vervolgens zoveel signalen van mijn lichaam te krijgen dat dat nog echt niet gaat. Duizeligheid, niet goed kunnen zien, hoofdpijn, slecht slapen, moeilijk kunnen opstaan, moeite met concentreren, chagrijnig.
Soms voel ik me zo ontzettend moe, dat ik overweeg ergens ter plekke op de grond te gaan liggen. Het is een soort vermoeidheid die niet uit te leggen is. Het is misselijkmakende vermoeidheid die je voelt van je tenen tot je kruin. Een loden schort heb ik het ook wel eens genoemd. Bij gewoon moe zijn, voel je je beter na een goede nacht slaap of al na een half uurtje powernappen op de bank. Je kunt nog functioneren. Maar deze vermoeidheid is alles overheersend. Het voelt alsof je een nacht hebt doorgehaald na een lange vliegreis. Het zorgt ervoor dat werkelijk alles moeilijker en langzamer gaat, dat alles te veel is. Het maakt wanhopig, gefrustreerd en ook verdrietig.
Ik zeg soms dat de vermoeidheid me ineens kan overvallen. Meestal krijg ik dan de tip om meer stil te staan bij wat ik voel. Om aan te leren voelen wanneer ik rust moet nemen. Omdat vermoeidheid niet ineens komt maar bijna altijd een aanloop heeft. Niet pas stoppen met werken als ik al oververmoeid ben. Maar de rust nemen om te voelen. Ik weet nu al wat ik telkens ga voelen: moeheid. Dus soms kies ik ervoor dat te negeren.
Het lastige is namelijk dat ik altijd moe ben. Het is meer moe, heel moe of extreem moe, dan uitgerust, een beetje moe en moe. Heb ik een gebroken nacht, dan ben ik moe. Slaap ik (te lang) uit, dan ben ik moe. Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst uitgerust wakker werd. Sport en beweeg ik weinig, dan ben ik moe. Maar van sporten en bewegen word ik ook moe. Sociale contacten geven energie. Maar uren kletsen met een vriendin kost ook veel energie. Het is een balans die ik moet zoeken en die voor mijn gevoel heel nauw komt.
Ik ben ook moe doordat er ontzettend veel tegelijk in mijn hoofd gebeurt. Ik ben bezig met promoveren, werk dat je altijd mee naar huis neemt. Ik ben fysiek actief met oncologische revalidatie, hardlopen, wandelen. Maar ik heb ook nog steeds een parttime baan als patiënt. Elke week moet ik wel een aantal keer ergens naartoe in het kader van mijn herstel. Thuis ben ik al weken zoveel bezig met lezen over borstreconstructies dat het voelt alsof ik een extra studie doe. Vandaag nog maakte ik de fout om ‘duizeligheid en kanker’ te googelen. Toen was ik zo een half uur en veel aan angst verspilde energie verder. Sowieso kost vermoeidheid ook energie… nadenken over of iets wel gaat, bang zijn dat iets te vermoeiend is.
Toch heb ik ook wel wat geleerd over omgaan met beperkte energie. Het inbouwen van rust- en herstelmomenten bijvoorbeeld. Al is het een kwartiertje op de bank liggen tussen activiteiten door. Regelmaat helpt, op vaste tijden opstaan bijvoorbeeld. Zorgen voor structuur door van tevoren te bedenken hoe laat ik op mijn werk ga zijn. Bepalen dat ik altijd met de fiets naar werk ga, zodat ik niet elke keer een kwartier ga bedenken of ik de bus of de fiets neem. Ik moet vooral lief zijn voor mezelf. Niet te moeilijk doen met koken. De boel thuis maar even de boel laten. Soms hulp vragen… ergens nee tegen zeggen. Dingen doen waar ik energie van krijg en wanneer mogelijk dingen laten die me alleen maar energie kosten.
Óf-óf in plaats van én-én. Dat is de samenvatting. Heel moeilijk als je eerder een leven van: én-én-én-én leidde. Omgaan met energie, ik heb mijn hulpvraag voor morgen al klaar 😉
Lieve Marike,
Ik kan proberen te begrijpen hoe moe je bent en hoe die vermoeidheid ingrijpt in je leven, maar dat is zo moeilijk. Kan ik het wel begrijpen? Ik denk het niet, daarom is het contact met lotgenoten zo belangrijk. Die begrijpen het wel. Bij jou was het verschil in activiteiten voor en na je diagnose ook wel erg groot. Jij had óf net weer ergens aan meegedaan, je deed ergens aan mee óf je ging binnenkort weer ergens aan meedoen. Ook toen liep je weleens op je tandvlees, maar dat ging over na rust. Nu niet meer. Je coach zal hard moeten werken, maar in de laatste alinea noem je al veel dingen die helpen. Ik kan je vermoeidheid niet wegnemen, maar wel helpen als dat nodig is. En…soms moet je dat gewoon vragen, dikke kus en succes morgen.
Lieve Marike,
Heel mooi hoe je het verschil tussen moeheid en vermoeidheid uitlegt. Ik ben een waarnemend ervaringsdeskundige. Hester heeft dezelfde ervaringen wat vermoeidheid betreft. Wat je omschrijft is daarom heel herkenbaar. Ik wens je heel veel sterkte om ermee om te gaan. Niets is zo vermoeiend dan moeten omgaan met vermoeidheid. Ik gun je heel veel momenten waarop je energie kunt opdoen, totdat die uiteindelijk in de meerderheid zijn. En dat moment komt ook weer.
Liefs,
René
Sterkte Marike, ik herken helaas je moeheid maar wl moeten ermee handelen.
ik vind je een bikkel en hopelijk begrijpen mensen nu nog beter na het lezen van je blog wat echt moe zijn is.
xxxxxxx
Meissie, meissie. Als er ergens een pil zou bestaan die die rot vermoeidheid weg kon halen dan zou ik hem voor je halen. Ik hoop dat wel dat ze hem in het winkelcentrum hebben, want verder durf ik niet alleen.
Mooi, dat beeld van dat loden schort. Ik zoek nog steeds naar woorden om dat ‘gebrek aan macht’ over je lichaam en hoofd uit te leggen als de vermoeidheid komt. Bij mij is de vermoeidheid gelukkig al een tijd niet meer bepalend voor mijn dagen, maar op de dagen dat het er weer wel is blijf ik bang dat het weer opnieuw maar niet over zal gaan. Al merk ik dat mijn vertrouwen daarin ook langzaam groeit. Ik hoop dat de coach je kan helpen om dat proces makkelijker te maken. Zodat je niet alleen afhankelijk bent van het verstrijken van tijd voor herstel.
Lijkt me fijn, om de verantwoordelijkheid voor de vermoeidheid met iemand te mogen delen. Ik hoop dat jullie een super klik hadden en dat je je er goed bij voelt!