Zwanger, zeker?
“Je moet zeker heel vaak plassen nu?”. Twee blauwe ogen kijken me vragend aan. “Huh, hoezo?”, vraag ik verbaasd. “Je bent toch zwanger?”, zegt het meisje vriendelijk, en ze wijst naar mijn buik. “Ehm nee, zeg ik, “dat komt door mijn shirtje denk ik”, en druk de vouw in mijn nieuwe shirtje glad. Terwijl de kroegmuziek luid klinkt, vlucht ik de wc in. Ze zou eens moeten weten, denk ik. Dat ik in de overgang ben waardoor ik elk stuk taart net zo goed meteen op mijn buik kan plakken. Iets met een veranderde vetopslag in de overgang. Maar vooral dat het onzeker is of ik die extra vetlaag ooit in kan ruilen voor twee schoppende voetjes.
Moeder worden. Als 9-jarige was het mijn standaardantwoord op de “wat wil je later worden?”-vraag in vriendenboekjes. Als echte poppenmoeder oefende ik alvast voor later. En toen ik op mijn 13e halfzus werd van de mooiste en liefste baby die ik ooit had gezien, wist ik het al helemaal zeker. Moeder worden zou ik.
Van mijn eerste week als borstkankerpatiënt staan me een aantal momenten het meest bij. Het eerste is horen “het is toch niet goed”, en me beseffen dat ik misschien wel dood ga. Het tweede is een gynaecoloog die me vrij plompverloren meedeelt dat ik door de chemo misschien wel onvruchtbaar wordt. Terwijl de grond opnieuw onder mijn voeten wegzakt, kijkt ze op haar scherm en deelt me tussen neus en lippen een nieuwe uitslag mee. Mijn tumor is hormoongevoelig en dat betekent dat ik hoe dan ook tijdelijk onvruchtbaar ga worden door de anti-hormonale therapie. Vijf jaar. Misschien wel tien.
Ik ben die dag 26 geworden en ineens zijn al mijn toekomstplannen onzeker. Mijn verjaardagsweekend bestaat uit het nemen van een grote beslissing: neem ik het risico mijn behandeling uit te stellen om eicellen of embryo’s in te laten vriezen? Mijn zussen geven de doorslag. Zou ik het mezelf kunnen vergeven als later blijkt dat ik deze enige kans op een kind heb laten liggen?
En dus liggen er nu 10 eicellen in de diepvries van het UMC. Ze geven me maar een kleine kans op een kind. Maar ik hoop dat mijn eigen eicellen niet voorgoed in een winterslaap zijn beland. Dat ik ooit op het terras van die kroeg zit met een kinderwagen naast me. En kan lachen naar het meisje dat geen idee had wat ze me vroeg.
Hee meissie…….Niet reageren is deze keer makkelijker. Omdat ik niet weet wat ik moet zeggen. Ik zat eerlijk gezegd nog in jouw flow van de mooie reacties op JZHMH. En nu weer bats boem in het nu. Ik smelt bij de foto van jou als poppenmoeder. En ik heb je ooit beloofd dat ik op de kinderen kom passen. Daar ga ik voor hoor. Dikke knuffel voor jullie.❤️❤️❤️
P.S. Ik hoop dat de gynaecoloog dit blog ook leest.
Want wat kan ik kwaad worden op de manier waarop artsen iets kunnen zeggen. 😡😡😡
♡
Tja, als ze zou weten wat haar vraag met jou deed, zou ze zich heel rot voelen. Soms zeggen mensen heel onnadenkende dingen. Je weet gewoon niet wat de toekomst je gaat brengen. Dat weet niemand! Jij hebt dromen en plannen in de wacht moeten zetten. Wie weet wat er allemaal nog gaat komen. Laten we maar blijven hopen en dromen. Dikke kus😘
Dank je Marike, Ik maakte deze fout vandaag ook. Gelukkig bij iemand die het begreep dat ik het zo niet bedoelde. Ze wees mij op jouw blog om het verhaal duidelijk te maken. Jouw verhaal, haar verhaal. Ik buig diep voor jou en voor haar. Goed dat je dit hebt opgeschreven om mensen zoals ik te wijzen op de feiten waar je als borstkankerpatiënt mee wordt geconfronteerd.
Dankjewel Patrick, mooi om te horen!
Ik heb gisteren te horen gekregen dat ik borstkanker heb welke kwaadaardig is. Hoe en wat moet ik nog allemaal horen. Aankomende week moet ik ook naar t UMC voor het bekijken van eventuele moederschap (hopelijk) in de toekomst. Mijn grootste wens is ook kindjes mogen krijgen. Alles hangt aan een zijde draadje. Alles, maar dan ook echt alles. Bedankt voor deze mooie site.
Wat een heftige tijd voor je! Ik wens je veel kracht en sterkte toe. Zet ‘m op. Hopelijk heb je wat aan mijn blog!