Re-integreren bij Winnock: dag 1

Dag 1 van het re-integreren bij Winnock was confronterend, vermoeiend en emotioneel. Ik, die echt nooit hoef te huilen als ik over mijn ziekte praat, kon vandaag twee keer de waterlanders niet tegenhouden.

Het begon bij de eerste sessie waarin we onze doelen gingen vaststellen. De mevrouw die voor mij aan het woord was, vertelde hoe ze het niet erg vond dat ze activiteit X, activiteit Y, en activiteit Z niet meer kon doen. Terwijl ze dat zei schoten de tranen in haar ogen, eigenlijk vond ze dat namelijk wél heel erg. Toen ik daarna aan de beurt was overviel me hetzelfde gevoel. Wat ben ik toch aan het vechten om de persoon te zijn die ik was, om alles te kunnen dat ik deed. Wat was het toch een heftige tijd en wat is me eigenlijk allemaal aangedaan. Doelen bedenken…. ik had er wel 10 en dat is meteen mijn probleem.

Daarna gingen we een basismeting doen in de fitnesszaal. De trainer had natuurlijk allang in mijn dossier gelezen dat ik van het type ‘afremmen’ was. Toen hij mij uittestte door te zeggen dat ik een bepaald apparaat volgens hem best zwaarder kon, schoot ik dan ook meteen in de stress. Ik dacht: nee, dat kan ik niet, dan krijg ik pijn aan mijn schouder enzovoorts. Maar ik liet me al bijna overhalen, omdat het me bevestigde in gedachten die me vaker kwellen als ‘ik stel me aan’, ‘als ik maar meer mijn best doe, dan lukt het’. De trainer confronteerde me constant met mezelf: waarom zo de grenzen opzoeken, telkens op een zo zwaar mogelijk gewicht trainen, stiekem vergelijken met de anderen. Waarom doe ik dat? Ik heb het afgelopen jaar zo ontzettend hard aan mijn fysieke herstel gewerkt, dat ik me daarin ontzettend graag wil bewijzen. Ik MOET en ik ZAL het goeddoen, het uiterste eruit halen. Ik moet niet alleen hardlopen van mezelf, maar dan ook 5 kilometer en liefst ook binnen een bepaalde tijd. Had ik nog spierpijn van het hardlopen, dan ging ik de dag erna gewoon fitnessen en dan wilde ik ook per se mijn schema af werken, en niets minder. Pauzes tijdens het sporten? Dat vond ik iets voor de oudere dames. Niet voor mij! Ik ben toch jong en fit!

Na afloop deden we een rondje “ben je tevreden”, en mijn antwoord was: “Ik weet rationeel wel dat ik bij elk apparaat niet zwaarder had kunnen testen, maar toch denk ik: had ik niet meer gekund, heb ik wel alles eruit gehaald.”. Je hoofd en gevoel zitten dus niet op een lijn, en dat kost veel energie zei de trainer. En toen kwamen de tranen alweer. Echt, ik huil nooit, maar dit vond ik zo confronterend. Want hij heeft helemaal gelijk, het is niet gek dat ik zo moe ben.

Bij de sessie na de lunch ging het over houding en beweging. We bespraken hoe je door klachten, zoals pijn of vermoeidheid, klachtgestuurd gaat bewegen. Je krijgt het advies om rustig aan te doen, waardoor je conditie verslechtert, je kracht vermindert en je mobiliteit daalt. Of je krijgt juist het advies meer te bewegen, maar hoe doseer je dat? Hoe doe je ‘rustig aan’? Dan doe je gauw toch te veel. Dit alles leidt ertoe dat dagelijkse activiteiten meer moeite kosten, wat frustreert, wat weer leidt tot verhoogde spierspanning en zo beland je in een vicieuze cirkel.

Onderstaand model geeft weer hoe je in die vicieuze cirkels van onderbelasten cq. overbelasten terecht kunt komen. Doordat je klachten ervaart ga je vermijden om redenen als angst, pijn of omdat je energie wilt besparen voor activiteiten die nog komen. Doorgaan doe je omdat het moet van jezelf, je je wilt bewijzen, geen zwakte wilt tonen, of omdat je al zoveel hebt gemist. Deze laatste redenen zijn ontzettend herkenbaar voor me. Ik wéét: ik heb kanker gehad en een indrukwekkende hoeveelheid behandelingen, dus het is wel terecht dat ik zo moe ben. Maar toch, ik hoef maar een verhaal van iemand te horen die tijdens chemo gewoon ging werken en ik denk meteen: “zie je wel, ik stel me aan!”.

Winnock - dag 1

Tussen onderbelasten en overbelasten kun je hopeloos in een achtje draaien, van helemaal voluit gaan qua energie en belasting tot helemaal instorten en niks meer doen. Heel herkenbaar voor mij, uit of aan staan, maar niks ertussenin. Dat grijze gebied tussen te veel en te weinig doen wil ik dus ook gaan verkennen.

Ik heb dus veel om aan te werken de komende drie weken. Leren om pauzes te nemen, te doseren, niet zoveel te moeten van mezelf. Ik schrijf het hier op omdat deze nieuwe inzichten dan beter blijven hangen en als ik straks toch terugval in oude patronen dan kan ik dit teruglezen. Ik hoor je denken: “Marike, je ging toch doseren?! Is een blog schrijven dan wel een goed idee?!”. Ik beloof je, ik heb hier niet langer dan 30 minuten aan gewerkt. Is meteen een goede oefening voor mij in ‘niet perfect is ook goed’, waar ik met bloggen zeker ook last van heb. Dus mijn computer gaat nu uit, ik ga lekker lezen en heel vroeg naar bed!! Morgen dag 2 bij Winnock!

 

Vanaf maandag 16 maart volg ik een lang intensief programma van 3 weken bij Winnock. Ik ben daar terecht gekomen via mijn werk en op verwijzing van mijn bedrijfsarts. Het doel van dit programma is om weer te re-integreren op mijn werk nadat dit moeizaam verliep door vermoeidheidsklachten en cognitieve problemen na intensieve behandelingen voor borstkanker sinds september 2013.

winnock_logo

Re-integreren bij Winnock: dag 2
Bookreview: De dag dat ik doodging (Tania Bongers)
Facebooktwitterpinterestmail
18 reacties op “Re-integreren bij Winnock: dag 1”
  1. Dennis says:
  2. Janneke says:
  3. Hester says:
    • Marike says:
  4. Jacintha says:
    • Marike says:
  5. @tips_bij_kanker says:
    • Marike says:
  6. Judith says:
    • Marike says:
  7. Gryt says:
    • Marike says:
  8. Je moedertje says:
    • Marike says:
  9. René says:
    • Marike says:

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge

Lees vorig bericht:
Goodreads 2017 reading challenge

Een van mijn favoriete websites op dit moment is Goodreads, een soort IMDB voor boekenliefhebbers, waar je allerlei informatie en reviews...

Sluiten